Van het stadse Westerse leven naar het goedkopere, vriendelijke Cambodja. Zo ervaren wij de overstap van Kuala Lumpur naar Cambodja. Inmiddels reizen we alweer bijna twee weken door Cambodja en we are enjoying it to the max. Cambodja is prachtig, maar heeft ook een heftige geschiedenis en is een van de armste landen van de wereld. Die geschiedenis zagen we nog eens toen we de Killing Fields bezochten. Niemand zou niet verdrietig worden bij het horen van de verhalen en het zien van kleding en botten van slachtoffers van de genocide. Beiden werden we er wel stil van. En als je na zo’n bezoek door een local wordt aangeboden om te gaan schieten met een geweer dan kun je niets anders dan een scheef gezicht trekken.
Cambodja is nog – verrassend – onontdekt, maar de stappen naar resorts zijn wel gemaakt. Vanaf de boot zie je tussen de palmbomen grote flats omhoog schieten. Het eiland waar we net vandaan kwamen heeft al wat Westerse bedrijfje en er wordt naar Westers personeel gevraagd. En als we van de haven in Sihanoukville naar Otres Village rijden komen we langs stukken strand die door backpackers zijn verslonden, zonde. Gelukkig is het fijn waar we nu zijn: geen irritante locals die zeuren om je een tuk tuk aan te bieden, kinderen die moeten werken om geld te verdienen of irritante proppers. Eerder oprecht dankbaar restaurantpersoneel, rustige zandwegen (op de vrachtwagens voor de resorts na) en een prachtig wit strand.
Ik ben nog even aan het uitzieken in een hotel met zwembad. Tot volgende week!
En dat was het weer voor deze week! Tot de volgende (in het nieuwe jaar?)